Two Row: 400 jaar verbonden

Nederland is al ruim vierhonderd jaar verbonden met de Haudenosaunee-
Indianenstammen in Noord-Amerika. De historische band vloeit voort uit een
Convenant van Broederschap daterend uit 1613-14, en dat uiteindelijk leidt tot het
ontstaan van de kolonie Nieuw-Nederland en de vestiging Nieuw-Amsterdam (het
huidige New York).

Zes naties


De Haudenosaunee zijn beter bekend als de Iroquois (of in oud-Nederlands ‘de Irokezen’), een naam die ze in een ver verleden meekrijgen van de Fransen. Ze bestaan tegenwoordig ‒ nog altijd woonachtig in de staat New York en in Canada ‒ uit zes naties (stammen) die samen een unie vormen. Daarvan klinken de Mohawk ons het vertrouwdst in de oren; de overige naties zijn de Oneida, Onondaga, Seneca, Tusquarora en Gajunga.

Wat is de Two Row?

De Two Row (‘De Twee Rijen’) is de benaming voor een akkoord dat Nederlandse kooplieden sluiten met de toenmalige lokale Indianen. Dit gebeurt rond 1613 in het gebied boven de rivier die inmiddels als Hudson River bekend staat. De dan geldende namen zijn kleurrijker: ‘Rivier van den prinselijke vorst Maurits’, ‘Noord Rivier’ of ‘Grote Rivier’. De overeenkomst geeft de Nederlanders het recht om daar in 1614 een handelspost Fort van Nassauen te bouwen op een eiland dat ze zelf ‘Kastelen Eiland’ noemen.(*1)

De Indianen kennen geen geschrift maar hebben een hoogstaande cultuur, onder meer op basis van symbolische uitingen. Verbintenissen tussen stammen onderling worden bijvoorbeeld uitgedrukt in riemen (Belts) van schelpen en kralen (Wampum beads). Zo heeft The Two Row Wampum Belt Treaty (letterlijk vertaald: ‘Het twee rijen schelpen-riem akkoord’) een symboliek met twee paarse en drie witte kralenrijen. Dit convenant regelt vooral de omgangsvormen tussen twee volken onderling, in dit geval dus Indianen en Nederlanders. De witte rijen symboliseren de rivier, en de twee paarse staan respectievelijk voor de Mohawks (in kano’s) en Nederlanders (in hun schepen) die naast elkaar varen en leven. Maar dan ieder in hun eigen cultuur en volgens hun eigen wetten- ze laten elkaar ongemoeid, anders dan in de verbondenheid door vriendschap, coëxistentie en het drijven van handel. Dat laatste is voor beiden essentieel. Overigens leven ook de Mohicans ‒ die behoren tot een andere Indianengroep, namelijk de Algonquians ‒ in het bewuste gebied. Sterker: aanvankelijk ligt Kastelen Eiland in hun territorium. De Nederlanders geven echter prioriteit aan de handel met de Mohawks, die via hun stamgenoten en bevriende stammen uit het verre Westen enorme aantallen huiden kunnen leveren. Vandaar dat het juist met hen komt tot een verdrag- dat is tenminste de interpretatie die zowel blijkt uit geschreven bronnen als uit de orale overleveringen van de Indianen.

Meer informatie

Video 1 | Dankrede Nederlandse Consul Generaal te New York, Rob de Vos   Video 2 | Impressie van de Two Row Commemoration in 2013

 

Voor de Mohawks (en de aan hen verbonden meer Oostelijke naties: Oneida, Onondaga, Seneca en Gajunga) vormt het verdrag met de Nederlanders een alliantie om zich te weren tegen de Fransen. Die hebben hen dan al herhaaldelijk aangevallen met behulp van vijandelijke stammen als de Mohicans en de Algonquians vanuit Canada (Fort Qubeck) en het gebied rond de Saint Lawrence- rivier.

Dit is wat de Indianen zich door orale overlevering (Storytelling) van dit stukje geschiedenis ‒ vanwege het ontbreken van een geschrift en hun analfabetisme een structureel geïntegreerd onderdeel van hun cultuur ‒ herinneren. Hun opvatting stuit op weerstand(*1) bij Westerse historici die ‘schriftelijke’ bronnen nodig hebben om de ‘geschiedenis’ voor waar aan te nemen. Echter: uit een nauwgezette reconstructie van alle feiten en (geschreven) kennis vormt de weergave van de Indianen evengoed een aanvaardbare interpretatie.

Dit akkoord, dit verdrag (zoals de Indianen het zien) of convenant, is een onlosmakelijk onderdeel van hun geschiedenis. De Indianen herinneren het zich nog altijd als een positief symbool van de relatie met de eerste Europeanen, de Nederlanders. Dat is op zich al uniek in de wereld. Ook voor ons land is het akkoord cruciaal. Het gebied wordt verder geëxploreerd en in kaart gebracht als ‘Nieuw- Nederland’. En inderdaad heeft de relatie met de Indianen de Nederlandse kooplieden en de Nederlandse staat als zodanig geen windeieren gelegd.

Want tien jaar later al, in 1624, wordt Nieuw-Nederland als gevolg van dit ‘verdrag’ uitgeroepen tot een provincie, kolonie, van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een bijzondere prestatie van een klein land, een natie in wording, onder de druk van de Fransen en Engelsen die ook claims op dit gebied leggen en daarover snel met Nederland in conflict raken. In 1625 sluiten de Nederlanders op soortgelijke basis een overeenkomst met de Indianen die zuidelijker in het stroomgebied van de Hudson leven (Lunappe Munsee). Dat leidt uiteindelijk tot de bouw van het Fort Nieuw Amsterdam op het Eiland Manhattan, het huidige New York.

Rond de gebeurtenissen van 1613-14 is er bovendien sprake van dat twee ‘indianen van principale sachems, opperhoofden, Orson en Valentijn genaamd’, naar Nederland zijn gekomen. Alle feiten correct interpreterend treden zij op als vertegenwoordigers van de Indianenstammen waarmee het verdrag, akkoord, convenant is gesloten. Voor de Nederlandse kooplieden is hun komst van belang als bewijs van de goede onderlinge relaties, en ter bevestiging van hun exclusieve vestigings- en handelsrechten.

Het recht om Nieuw-Nederland te stichten kregen de kolonisten in eerste aanleg in 1613 van Prins Maurits van Nassau (zoon van Willem van Oranje), de latere naamgever van het gebouwde fort en de nabijgelegen rivier. Pas in 1622 wordt het ontstaan van dit Nederlandse gebied in de ‘Nieuwe Wereld’ formeel bekrachtigd door de Staten-Generaal. Eerder kan niet omdat het met Spanje en andere Europese landen gesloten vredesverdrag ‒ beter bekend als het Twaalfjarig Bestand (1609- 1621) ‒ Nederlandse expansie verbiedt. Het officiële startschot voor kolonisering geeft de Staten-Generaal in 1624. (*2). Dit betreft geen ‘aankoop’ want het principe

(*1)
Over die weerstand valt behoorlijk wat te zeggen. Ze wordt onder meer gevoed door een in de jaren ‘50 opgedoken oud-Nederlands, op perkament gesteld document van een uit 1613 daterend akkoord dat een vervalsing betreft of op zijn best een slechte kopie. Dit niet-authentieke document creëert veel controverse en wordt bovendien ingezet als politiek middel tegen de Indianen die vandaag de dag nog steeds met de staat New York en de Verenigde Staten als zodanig zijn verwikkeld in een strijd om hun bestaansrecht, (behoud van) identiteit en overleving.

(*2)
Dit betreft geen ‘aankoop’ want het principe ‘eigendom van land’ kennen de Indianen niet. Wel vruchtgebruik en bezetting van territoria zonder vaste grenzen, alleen afgebakend door natuurlijke barrières. Er is sprake van bruikleen of het gedogen van het feit dat de Nederlanders in hun gebied (naast en met hen) verblijven in een verstandhouding die de Two Row Wampum Belt symboliseert. Hetzelfde gebeurt in 1624 op vijf andere locaties, en in bijzonder op Manhattan Eiland, als de eerste officiële kolonisten van Nieuw-Nederland arriveren.

Vandaag de dag

In 2013 voeren de Indianen een heuse campagne om het intussen ruim 400-jarige Two Row-verdrag te herdenken. Een jaar later zijn er ook vanuit Nederland, onafhankelijk en zonder kennis van elkaars voorbereiding, plannen in de maak voor een herdenking van de stichting van Nieuw-Nederland door de bouw van Fort Nassau; het maken van de eerste gebiedskaart (‘Kaart op Perkament’) en de bouw van een eerste jacht (‘De Onrust’) ter plaatse, alle in 1614. Genoemde herdenkingen in 2013 en 2014 brengen de Indianen (de Mohawk met hun vijf bevriende naties) en de Nederlanders dichter bij elkaar en bevestigen de onderlinge band. De Nederlandse Consul van New York benoemt een en ander expliciet en uit zijn dank namens Nederland. (Zie filmpje.)

The Two Rowers
Inmiddels hebben Nederlanders en Indianen, die bovengenoemde herdenkingen samen mee vieren, een groep gevormd om de geschiedenis te eren en de relatie van verbondenheid nieuw leven in te blazen. De leden van die groep ‒ de ‘Two Rowers’ ‒ vinden dat die onderlinge verbondenheid voor alle betrokken ‘naties’ ook vandaag de dag nog veel te bieden heeft. Er valt veel te leren van elkaar en we kunnen elkaar helpen. Westerlingen leren van de levenswijze van Native Americans en hun bijzondere cultuur. Laatstgenoemden op hun beurt ondervinden steun in hun strijd van identiteit- en cultuurbehoud van de Nederlanders, die zij ooit zo gastvrij in hun wereld toelieten. De Two Rowers ondernemen initiatieven en plannen uitwisselingsbezoeken met als doel om elkaar beter te leren kennen en vriendschappen aan te gaan.

Het mooiste voorbeeld daarvan tot nu toe: in 2019 is een Onondaga ‒ zoon van een recent overleden Chief die de bewaarder van de Wampum ‘Beads’ is ‒ bondscoach van het Nederlandse BOX LACROSSE-team.
Onze groep bestaat uit personen (Nederlanders), die ieder vanuit een eigen invalshoek en zonder elkaar eerder te kennen, begaan en/of betrokken zijn bij de Noord-Amerikaanse Indianen die samen de Six Nations vormen (Mohawk, Oneida, Onondaga, Seneca, Gajunga en sinds 1955 ook de Tusquarora, een geadopteerde stam).